In de koude en kille kamer,
versmelt ik met de eenzame avond.
Hakken gaan aan mijn raam voorbij,
ik weet alleen niet wie ze draagt?
De geest uit de lege fles,
vertelt zachtjes over doodgaan en wat erna
Ik verdrijf dit onderwerp ver weg,
naar een schimmige achtergrond.
Kan ik doodgaan,
als ik nooit heb geleefd?
De wanhoop nabij leg ik mij te rusten.
Telkens breekt een nieuwe dag, avond en nacht aan.
Oneindig keer op keer maar,
ik weet eens niet meer!
Tot stof zal ik vergaan,
toch heb ik genoten van mijn bestaan.