Jij verwarmt me,
omarmt me
Zo mooi en puur als jij bent,
je schoonheid, oneindig
Nooit mag je sterven,
of door mens laten bederven
De vogels die fluiten,
machteloosheid in mij,
de mens niet te stuiten
Meer en meer,
fabrieken gaan open,
als dat er sluiten
Zo mooi toch
De zon te zien sterven,
in die goud paarse hei
Zware loodblauwe wolken,
trekken langzaam voorbij
Zo donker, zo somber,
de industrie komt in het zicht
Maar ’s morgens brengt de zon,
weer dat fonkelende licht,
als wakker geworden,
uit een donkere droom
Laten we het waken,
we mogen niet staken,
waken voor onze natuur
Van mijn hand Robert Johannes Taal 17-06-2014