Vergankelijkheid

Verder glijden de uren en dagen weg naar,

de tijdverslindende eeuwigheid

Die de mensen weg neemt,

naar die onbekende diepte

 

Zo vergaat alles als,

afgestoven bladeren

Voortgestuwd door de ruwe herfstwind,

toch bloeit de bloesem weer,

om te overleven in de vergankelijkheid

 

Op het eind staat daar de mens,

weerloos in een stroom van gevoelens en gedachten

Dankbaar voor wat hij ontving,

als vergankelijk wezen in de eeuwigheid

 

Als voetstappen in een stille zomernacht,

die aan je venster voorbij gaan

Echter weet je niet,

wie ze draagt

 

Wij als zandkorrels op het strand,

in de eeuwigheid

Maar bloeiend, levend en liefhebbend,

om over te gaan naar

 

Realiteit buiten en boven,

de zichtbare

Verschijning van deze,

uiterlijke wereld

 

Van mijn hand Robert Johannes Taal 11-06-2014