Demonen

Als de openheid zich sluit
in een kus,
In de warmte van de mond,
terwijl de tong het hart omarmt
Vergeet je dat tanden kunnen bijten

Op de bodem liggend van zijn angst,
gekooid in de tralies
Van zijn vroegere ervaringen,
niet meer wetend
Waar de goeden mensen wonen

Alle moed verzameld,
en met zijn billen bloot gegaan
Nu zijn eigen grens trekt op de weg,
en afscheid neemt

Van zijn eerst zo dierbare demonen
Hij die doet,
waarvoor hij bang was
Hij keert niet terug

Hij leerde, hij weet nu!

Van mijn hand Robert Johannes Taal 21-04-2013